Goede huisvesting

Wat is goede huisvesting voor de kat?

De gedomesticeerde kat heeft zich geëvolueerd uit de wilde Afrikaanse kat, een half in bomen levende vleeseter met een solitaire leefwijze. Katten hebben geen breed gedragspatroon voor visuele communicatie (gezichtsuitdrukking, lichaamshouding, staartstand) zoals de sociale in een groep levende hond dat wel heeft. Op een slechte huisvestingssituatie reageren katten eerder met inactiviteit en het vertonen van normaal gedrag als eten, zichzelf verzorgen, onderzoeken en spelen, dan met het vertonen van abnormaal gedrag. Zieke katten reageren ook op die wijze. Daarom is het beter om katten in een voor hen geschikte omgeving te huisvesten, die een wijde variatie van normale gedragingen stimuleert.

Katten zijn sociale dieren

Ondanks dat katten afstammen van een solitair levende soort, zijn gedomesticeerde katten sociale dieren die regelmatig interactie hebben met soortgenoten. In verreweg de meeste gevallen zullen katten profijt hebben van huisvesting samen met andere katten, mits er tenminste voldoende ruimte is, eenvoudige toegang tot eten, quarantainemogelijkheden en voldoende mogelijkheid voor de kat om zich terug te kunnen trekken en te rusten.

De ideale groepsgrootte

Er zijn veel factoren die de ideale groepsgrootte beïnvloeden. Groepshuisvesting van katten heeft de voorkeur boven duo- of solo huisvesting. Katten die zich niet goed kunnen aanpassen aan groepshuisvesting passen zich meestal wel goed aan bij duo-huisvesting. Als een kat blijvend onverenigbaar blijkt met soortgenoten, dan pas zou hij/zij alleen gehuisvest moeten worden. Hieruit blijkt dat het geen voorkeur heeft om een kat alleen te huisvesten. Omdat de kat een sociaal dier is, heeft deze soortgenoten nodig om zich prettig te kunnen voelen. Alleen als een kat echt helemaal niet met een andere kat samen kan gaan, alleen dan zou men solitaire huisvesting kunnen overwegen.

Liever niet één kat, maar meerdere

Als eenzame huisvesting echt nodig is, dient de ruimte dusdanig ingericht te worden dat de kat wel de mogelijkheid heeft om andere katten te zien. Sommige onderzoekers beweren dat katers alleen gehuisvest dienen te worden, terwijl andere met succes aantoonden dat ze heel goed bij andere katers gehouden kunnen worden, of samen met geholpen katers of poezen. De introductie van een nieuw dier in de reeds bestaande kattengroep dient langzaam en onder strikte supervisie te gebeuren. Eerst moeten de huidige bewoners de mogelijkheid krijgen om de vreemdeling te leren kennen zonder risico op agressie. Verkeerde methoden van introductie zullen vaak tot agressie leiden.

 

Zorg voor voldoende ligplekken, vluchtplekken, klimgelegenheid (vooral hoge krabpalen), krabplekken en zet die op een voor de kat geschikte plek. In de woonkamer naast de bank, of voor het raam. Als u het klimmeubel plaatst op een plek die u wel, maar uw kat niet geschikt vindt, zal deze het meubel niet gebruiken. Een goed gebruikt meubel staat dan ook op de juiste plaats.

De ruimte waar de katten in gehouden worden moet groot genoeg zijn, opdat de katten een brede schakering van normale gedragingen en houdingen kunnen vertonen, zoals het zich uitrekken, onderzoekend gedrag en spelgedrag. Twee wetenschappers beschreven het gebruik van de ruimte en de aanwezige interactiepatronen van veertien niet-verwante katten die samenwoonden in een huis met slechts een verdieping, in een dichtheid van 1 kat per 10 m2. Bij dit aantal vierkante meters per kat, was er heel weinig agressie en geen gevecht tussen de katten. De katten leefden vreedzaam samen omdat ze de kans hadden om elkaar te mijden als ze dat wilden. Als een ruimte waarin katten gehouden worden te klein is kan er een toename zijn van agressieve ontmoetingen.

Plaats de hangmandjes en ligplekjes zodanig, dat er meer dan voldoende plekjes voor alle katten zijn. Ter informatie: in dit huis wonen slechts twee katten. Er is echter wel zo ingericht dat elke kat meer dan voldoende keus heeft in plekjes. Dat voorkomt problemen tussen de dieren. U heeft van alle kattenspullen minimaal 1 meer nodig dan het aantal katten dat u heeft.

Tip: maak vooral interessante ligplekken voor ramen of bovenop kasten. Dit vormen boeiende uitzichtplekken, waar katten graag gebruik van maken.

Controle van de kat over de directe omgeving is ook een punt van aandacht in goede dierenhuisvesting. Een ruimte met verschillende functiegebieden (zoals een buitenren, met elkaar verbonden ruimtes, hoogte structuren- zoals een klimmeubel), soortspecifieke meubels (zoals planken of een verstophol) en de mogelijkheid om de omgeving te overzien (raam), stelt de katten in de gelegenheid controle te hebben over hun fysieke en sociale omgeving. Katten kunnen dan een veelheid aan gedragskeuzes maken (bijv. klimmen naar een hoog punt om beter overzicht te hebben, ergens achter gaan zitten om alleen te kunnen zijn) voor een optimale omgevingsverrijking en algemeen welzijn.

U kunt bijvoorbeeld een lekker kleedje op de kast leggen, zodat de kat daar fijn op kan liggen. Helemaal leuk wordt het natuurlijk als het klimmeubel ernaast staat, zodat het echt een avontuurlijke drie-dimensionale ruimte wordt.

Katten dienen gesocialiseerd te worden op mensen. Echter over wat socialisatie inhoudt bestaat nog al wat onduidelijkheid. In het kort komt socialisatie er op neer een kitten/kat al vast te wennen aan alle situaties die deze later vast zal gaan meemaken. Een van de manieren om dit te bereiken is om de jonge kittens dagelijks ter hand te nemen en tegen ze te praten. Dit is vooral tussen de 2 – 7 weken belangrijk. Dit is nl. de gevoelige periode voor socialisatie naar mensen. Dit regelmatig vriendelijk ter hand nemen zou gedurende het hele kattenleven moeten doorgaan. Alleen oppakken is echter niet voldoende, maar biedt een goede basis om op verder te socialiseren. Sociaal contact met mensen is helemaal belangrijk voor individueel opgesloten dieren.

Heeft u nog vragen over dit artikel, over kattengedrag, of juist over problemen met uw kat, dan kunt u contact opnemen met Marcellina Stolting: www.kattengedragstherapie.nl

Aanbevolen voor wie meer wil lezen over kattengedrag:

Vicky Halls, Kattengeheimen
Stephen Budiansky, Het Karakter van Katten
Isabella Lauer, De Lichaamstaal van uw kat beter begrijpen

Pin It on Pinterest

Share This

Share this post with your friends!