Ras of rasloos
Ras of rasloos, wat is ‘beter’? Feiten om eens over na te denken.
Elles Nijssen
– Raskatten vormen maar een klein deel van de kattenpopulatie, ongeveer 3%.
– Het kattenoverschot wordt niet veroorzaakt door fokkers van raskatten.
– De ouders van raskatten worden getest op diverse erfelijke ziektes.
– Raskatten mogen langer bij hun moeder blijven (13 weken). Dat is om vele redenen positief.
– Mensen die een raskat kopen, geven er een aanzienlijk bedrag voor uit. Dat maakt de kans dat ze óók geld kunnen/willen besteden aan de dierenarts etc. groter dan wanneer een kat gratis is.
– In cattery’s is het niet altijd even leuk voor katten, onder andere door vele wisselingen van katten.
– Krolse raspoezen worden in een dekkamer gezet bij een hitsige kater. Ze kunnen dan geen kant op. Terwijl een poes normaal gesproken zélf bepaalt met welke katers ze het wel en niet wil doen, en dus niet ‘gepakt’ wordt.
– Er zijn rassen met welzijnsverminderende kenmerken (haarloos zijn, platte snuit, kleine oren/kraakbeenafwijking, extreem grote oren etc). Maar dit geldt niet voor alle rassen.
– Katten met een grotere haarlengte ondervinden vaak vachtproblemen.
– Sommige raskatten moeten meedoen aan kattenshows. Vanuit welzijnsoogpunt zouden kattenshows verboden moeten worden.
– Rasloze katten worden vaak geboren bij mensen die geen benul hebben wat een zwangere/zogende poes en haar (ongeboren) kinderen nodig hebben.
– De ouders worden niet getest op erfelijke ziektes zoals HCM.
– Rasloze katten worden in de regel veel te vroeg bij hun moeder weggehaald.
– Rasloze kittens worden vaak gratis weggegeven, gedumpt, of als levende handel verkocht via bv Marktplaats.
– Rasloze katten komen veel vaker dan raskatten terecht bij mensen die weinig geld hebben, en die dus ook nauwelijks geld hebben voor de dierenarts, goede voeding en goede kattenbenodigdheden.
– Rasloze katten zijn net zo mooi, lief, slim, bijzonder, belangrijk en waardevol als raskatten. Er is geen onderscheid.
– Er zijn nog steeds veel mensen die het verdommen om hun kat te laten castreren (zo heet dat bij een poes ook). Want te duur, te veel gedoe, doe ik nooit, moet ik toch zeker zelf weten, we verkopen de kittens, we nemen een nestje want dat is zo leuk voor de kinderen, wat maakt dat ene nestje nou uit, etc. En daardoor is er een kattenoverschot en veel kattenleed.
– Als wij hier op deze groep pleiten voor een wettelijke castratie- registratie- en chipverplichting, beginnen nogal wat mensen te steigeren vanuit de (onterechte) angst dat de rasloze kat met zo’n verplichting uitsterft.
– Een aantal belangrijke grote organisaties die zich bezighouden met dierenwelzijn – we noemen bewust geen namen – blijven eigenaren maar voorlichting geven over het belang van castratie van poezen en katers, terwijl al lang bekend is dat deze voorlichting geen zoden aan de dijk zet en het kattenoverschot op die manier dus in stand blijft. Wat wél helpt is een wettelijke castratie-, chip- en registratieverplichting. Waarom pleiten ze daar dan niet voor? Omdat hun donateurs dan kunnen afhaken vanuit (de onterechte) angst dat de huiskat dan uitsterft?
– Een aantal belangrijke grote dierenwelzijnsorganisaties – ook hier noemen we bewust geen namen – spant zich niet in voor een structurele oplossing van het kattenoverschot (zie hierboven) en liever haalt donateursgeld op met beelden van mismaakte raskatten of zieke kittens.
Ras of rasloos?
Wat doet het ertoe?
Het enige wat telt is welzijn.
Wij pleiten voor onderstaande maatregelen, in combonatie met elkaar:
– een wettelijke castratie- , chip- en registratieverplichting voor alle katten, uiteraard met goede handhaving
– katten mogen alléén ongecastreerd blijven bij fokkers die een vergunning hebben omdat zij aantoonbaar voldoen aan hoge eisen op het gebied van welzijn (zij hebben onder meer een nog op te richten opleiding over kattenwelzijn/katten fokken gevolgd en bieden huisvesting die kattenwelzijn borgt). Door deze hoge welzijnseisen is broodfok per definitie niet meer mogelijk.
– bovengenoemde gekwalificeerde raskattenfokkers gaan óók rasloze katten fokken, die zijn dus niet meer gratis
– voor de import van katten is een vergunning nodig, waarvoor ook hoge welzijnseisen gelden.